***
De jonge regisseur Martijn Maria Smits schetst met zijn speelfilmdebuut C’est dejà l’été een portret van een gebroken gezin dat zich staande probeert te houden in een vervallen industriestad. Smits koos voor niet-professionele acteurs om daarmee een hoog realistisch gehalte te creëren. En inderdaad de film komt heel realistisch, soms zelfs documentair over. Op een paar kleine puntjes na kun je spreken van een geslaagd debuut.
 

 

De plaats Seraing in de Waalse provincie Luik is het perfecte decor voor het verhaal dat Smits wil vertellen. Op de achtergrond doemen donkere gebouwen en grijze schoorstenen op. De straten zijn stil, leeg, kaal en grauw. Eigenlijk is de film meer een sfeerbeschrijving dan een verhaal. Hoewel er een lijn in de film zit, is die ondergeschikt aan het melancholieke, troosteloze gevoel dat de regisseur wil overbrengen.

Seraing in Smits’ film voldoet volledig aan het stereotype beeld van een desolaat Belgisch provinciestadje, waarvan de industrie op het randje van de financiële afgrond balanceert. Oud-werknemers doden de tijd op straat of hangen gelaten in de kroeg. Alcoholisme en fatalisme lijken hoogtij te vieren. Zo ook bij de 52-jarige Jean (Patrick Descamps), die is ontslagen bij de staalfabriek. Jean woont alleen met zijn twee kinderen Benjamin (Benjamin Willen) en Marie (Julie Anson). Zijn vrouw is met de Noorderzon vertrokken. Marie is 18 en heeft een ongewenst kind, waarvan de vader in de gevangenis zit. Benjamin moet zich tussen al deze mensen en problemen staande houden. Hij spijbelt veel, slentert door de stad en langs de rivier en verdoet zijn tijd met brommers en nepwapens. Een goed bedoelende leraar probeert Benjamin tevergeefs op het rechte pad te krijgen.

De kijker krijgt sympathie voor de jongen – die zich als enige om de baby van zijn zus lijkt te bekommeren – maar ziet ook in dat zijn situatie uitzichtloos is. De jongen doet dingen die echt niet door de beugel kunnen. Het wordt van kwaad tot erger. Het einde is echter, zo niet ongeloofwaardig, dan wel erg kort door de bocht. Maar dat doet het verhaal verder geen kwaad. Een tip: zorg ervoor goed achterin te zitten, want de schokkerige beelden geven een mooi rauw beeld, maar kunnen dicht op het scherm erg storend zijn.